Wanneer ik de huiskamer van de gesloten afdeling van het verzorgingstehuis binnenkom, zit opa met zijn rug naar me toe televisie te kijken. Het is koers: een bergetappe van de Tour de France door de Pyreneeën. Het volgen van wielrenwedstrijden op televisie was voor de dementie van mijn grootvader een van zijn favoriete bezigheden.
‘Wie ligt er op kop?’ vraag ik. ‘Oh, dat weet ik zo even niet.’ Hoewel hij het wedstrijdverloop niet meer kan volgen, lijkt de koers een hypnotiserende uitwerking op hem te hebben. Met grote ogen kijkt hij hoe de wielrenners zich met duizelingwekkende snelheden in de afdaling naar beneden storten. Een paar dagen eerder brak een van de coureurs nog zijn knieschijf, nadat hij in de afdaling tegen een muur kwakte en het ravijn in kukelde. Hij fietste de etappe 'gewoon' uit. Om opa’s linkerpols zit een verband. Enkele dagen geleden had hij zich weer eens gestoten tegen de deur, waardoor een stuk vel was losgekomen. En vanochtend is hij opnieuw gevallen. Opa staat steeds onstabieler op zijn voeten, waardoor hij om de paar dagen op zijn snufferd gaat. Het is eigenlijk niet meer verantwoord om hem alleen te laten lopen, maar de verzorging heeft de bewuste keuze gemaakt om hem zo veel mogelijk zijn gang te laten gaan. Ze willen hem op de gesloten afdeling niet nog meer vrijheid ontnemen, het valrisico nemen ze op de koop toe. Daarnaast is er ook niet genoeg personeel om hem voortdurend in de gaten te houden. ‘En mensen vastbinden doen we hier niet’, legde de hoofdverpleegkundige uit. ‘Hoe ben je gevallen?’ vraag ik. ‘Met de fiets.’ Dat kan natuurlijk niet. Maar het geeft aan wat voor vreemde processen er in zijn hoofd plaatsvinden. Mogelijk heeft het ongeluk op de fiets van jaren terug, waarna de helft van zijn hersenpan moest worden verwijderd zo’n onuitwisbare indruk achtergelaten, dat de herinnering aan die aanrijding steeds opduikt. Maar het kan net zo goed dat hij aan een fietsongeval denkt, omdat hij op dit moment de koers aan het kijken is. Vandaag heb ik Sarah meegenomen. Ze is nu 37 weken zwanger en op haar buik kun je een kopje koffie zetten. Ik leg opa uit dat Sarah mijn vrouw is en de baby in de buik zijn achterkleindochter. Hierop beginnen zijn ogen te fonkelen. ‘Je mag wel even voelen.’ Terwijl opa zijn hand met het verband op Sarahs buik legt, verschijnt er een trotse glimlach om zijn lippen. Ook ik vind het een mooi moment. Met deze aanraking zijn voor even vier generaties met elkaar verbonden. Zie hier de estafettekoers van het leven, waarbij de oude generatie het stokje doorgeeft aan de volgende. Op niet al te lange termijn zal mijn grootvader de finish bereiken na een lang parcours vol hobbels en kasseien, steile klimmen en diepe dalen, lekke banden en zware valpartijen. Over enkele weken is het aan mijn dochter om de zelfde weg te gaan afleggen. Ik hoop haar een goede start te kunnen geven. Ik leg mijn arm om opa’s schouder, maar zijn aandacht is alweer bij de koers op de televisie.
0 Comments
|
Archieven |