Toen ik 17 jaar was, speelde ik in een voetbalteam samen met Hoessein. Hoessein was een onzekere jongen. Een jaar eerder had hij een neuscorrectie ondergaan, omdat hij vond dat hij er bij zijn geboorte te rijkelijk mee was voorzien. Maar Hoessein was vooral vriendelijk en betrokken. Toen ik na een ruzie met een medespeler had besloten om het team te verlaten, was hij de enige die me opbelde om te vragen om er nog eens over na te denken.
Na mijn eindexamen in 2000 ging ik studeren en verloor ik Hoessein uit het oog. Totdat ik hem een paar jaar later tegenkwam in de bus op weg naar mijn ouderlijk huis. Hoessein had nu een lange baard en droeg een islamitisch gewaad. Hoewel ik nieuwsgierig was naar zijn gedaanteverwisseling, durfde ik niet met hem te praten. Stilletjes ging ik achter in de bus zitten. Hoessein is geen geval apart. Veel jongeren van islamitische komaf hebben de afgelopen decennia een vergelijkbare religieuze transformatie ondergaan. De conclusie van het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de religieuze beleving onder moslims was dan ook geen verrassing: moslims zijn religieuzer dan tien jaar geleden. Ze bidden vaker, gaan meer naar de moskee en moslima’s dragen steeds vaker een hoofddoek. Het rapport van het SCP wijst vooral op lokale oorzaken voor de toegenomen geloofsbeleving. De gangbare sociologische verklaring luidt dat jongeren als Hoessein zich met een striktere versie van de islam proberen af te zetten tegen hun ouders en de Nederlandse samenleving. Daarnaast kunnen gevoelens van discriminatie en uitsluiting leiden tot maatschappelijke vervreemding en uitmonden in verdieping van de eigen politieke en religieuze identiteit. Deze genoemde verklaringen zijn niet onjuist, maar gaan wel voorbij aan het feit dat er al vanaf de jaren zeventig wereldwijd sprake is van een toename van religieus en politiek bewustzijn onder moslims. Islamitische geestelijken en opiniemakers uit de Arabische wereld noemen deze opleving vaak: al-sahwa al-islamiyya, oftewel ‘het islamitisch ontwaken’. Landen in het Midden-Oosten zoals Turkije, Egypte en Afghanistan zijn heden ten dage vele malen conservatiever dan vijftig jaar geleden. Dat is onder meer terug te zien in het straatbeeld. Vergelijk maar eens recente foto’s van het openbare leven in Caïro met dezelfde soort kiekjes uit de jaren zestig. Eenzelfde beweging speelt vanaf de jaren tachtig onder migranten met een moslimachtergrond in West-Europa. Waar dertig jaar gelden gold ‘kip is toch altijd halal’, zijn er nu meerdere islamitische instanties actief om slagers en slachterijen ongevraagd op hun halal-waardigheid te controleren. Als het islamitisch ontwaken een globaal fenomeen is en ook nog eens veel verder teruggaat dan de laatste tien, twintig jaar, dan is het logisch om ook te kijken naar oorzaken buiten de grenzen van ons koude kikkerlandje. Bovendien is de marginalisatie-these vaak een kip-eiverhaal. Een zichtbare afwijkende religieuze of politieke identiteit ten opzichte van de dominante groep leidt tot maatschappelijke uitsluiting, wat weer leidt tot vervreemding en versteviging van de eigen identiteit. En dat leidt vervolgens weer tot meer discriminatie en uitsluiting. Zozeer zelfs dat een vriend van vroeger aarzelt om nog naast je in de bus te gaan zitten. Bij de opleving van het religieuze bewustzijn onder moslims speelt de islamitische evangelisatiebeweging vanuit de Golf een cruciale rol. Gespekt door westerse oliedollars probeert deze missiebeweging haar reformatorische versie van de islam te verspreiden. Eerst in andere delen van het Midden-Oosten. Gastarbeiders kwamen tijdens hun werkverblijf in de Golf in aanraking met voorstanders van een strikte interpretatie van het geloof, en namen deze ‘kennis’ mee terug naar hun thuislanden. Later gebeurde dit ook onder moslims in het Westen. Daarbij werd handig gebruikgemaakt van de opkomst van moderne evangelisatiemiddelen zoals het internet en sociale media. Daarnaast hebben vooral internationale gebeurtenissen een grote impact gehad op het politieke bewustzijn en de geloofsbeleving van moslims. Denk aan de oorlog in Afghanistan (1979-1989), de aanslagen op het WTC, de westerse invasie van opnieuw Afghanistan en de oorlog in Irak. Het was naar aanleiding van dergelijke voorbeelden dat jongens als Hoessein uit mijn voetbalteam de vraag voorgeschoteld kregen: bij wie hoor jij eigenlijk? De komende jaren zal de ‘religiositeit’ van moslims naar alle waarschijnlijkheid niet afnemen. Tegelijkertijd speelt er in Nederland iets vergelijkbaars onder andere religieuze groepen (de SCP zal ook daarover rapportages naar buiten brengen, alhoewel die ongetwijfeld niet zoveel aandacht zullen krijgen in de media), en zelfs bij niet-gelovigen. Het komt mij in ieder geval voor dat Nederland (en de wereld) een conservatievere plek is dan dertig jaar geleden. Addendum: Vandaag kwam ik via via te weten dat het niet zo goed gaat met Hoessein. Hij heeft psychische problemen, vermoedelijk het gevolg van langdurig drugsgebruik. Ik hoop dat hij de demonen in zijn hoofd zal kunnen overwinnen. In: De Volkskrant, 12-6-2018. Lees het oorspronkelijke artikel hier
1 Comment
11/15/2022 07:01:05
Seven finally wife kind.
Reply
Leave a Reply. |
Archieven |